Anekdote 8: Ik kan alles lassen - Den Haag Zuidwest - zomer 2021
Jeroen Laven is een heel ervaren Stadmaker uit Rotterdam en sinds 2020 Directeur Wonen bij de Gemeente Den Haag. Dat is een interessante en ook moedige stap. Jeroen wil, met een Programma Tijdelijkheid, onderzoeken welke kansen er zijn voor tijdelijke plekken. Een stad heeft altijd tijdelijke plekken, wachtend op ontwikkeling of herbestemming. Die plekken bieden mogelijkheden om buurten te vitaliseren, tijdelijke woon- of werkplekken te maken. Maar ze zitten ook in een beleids vacuum, misschien zijn er wel dingen mogelijk die bij vaste plekken moeilijker gaan, experimenteerruimte. Samen met Willemijn de Boer van ANNA Vastgoed en Cultuur maken we een voorstel om de belangrijke eigenaren en plekken te identificeren, te beginnen in Den Haag Zuid West. We willen ze bij elkaar brengen en gezamenlijk tot een plan van aanpak voor tijdelijkheid komen.
We beginnen, zo is het gebruik,met een Omgevingswandeling. In de uitnodiging was het niet voor iedereen duidelijk dat ze zelf gingen wandelen, zelf met bewoners gingen praten, een enkeling dacht dat er een soort excursie zou zijn en beklaagde zich daarover, voor anderen ging er juist een wereld open. We vinden Eritrese moeders die al heel lang iets willen met een lege plek in de buurt, een leegstaand seniorencomplex, een lege begane grond van een wooncomplex. Haag Wonen heeft een aantal flats in bezit die zullen worden verduurzaamd. Tot die tijd gebeurt er niets met de omliggende groenstroken.
We lopen met Guus Frenay van Haag Wonen door de Gaarden, langs de groenstroken. Er spelen kinderen en we vragen wat zij zouden willen. Een plek om sieraden te maken en te verkopen, een hut, een glijbaan, een trampoline. We ontmoeten hun ouders, vragen naar mensen in de buurt die iedereen kent en al dingen doen. Er is een groepje dat een moestuin heeft. We bellen aan bij een huis met een wilde en mooie tuin. We vragen wat zij denken en of ze problemen zouden hebben met meer activiteit op de groenstrook. We praten met mensen vanaf hun balkonnetjes, iedereen heeft ideeën.
Met 7 mensen, allemaal vrouwen overigens, plannen we een afspraak in de buurtkamer een week later en bespreken wat er zou kunnen en hoe we dat kunnen organiseren. Guus heeft ideeën maar brengt die niet in, hij laat het uit de bewoners komen. Iedereen zou een eigen stukje kunnen krijgen en een beetje geld om wat spullen te kopen. We hebben afrastering nodig, en dus een beetje geld. Samen met Guus maken we een lijstje van fondsen en organisaties die zouden kunnen helpen: Haag Wonen een beetje, zij betalen ook de inzet van Guus, de gemeente een beetje, Fonds1818 een beetje. Na drie weken hebben we € 14.000. Maria, een grootmoeder die aan de strook woont, gaat het geld beheren en houdt lijstjes bij van wat er nodig is. We hebben een appgroep waar alles in wordt overlegd. Maria wil heel graag een trapje vanaf haar balkon naar haar tuintje. Dat mag natuurlijk niet van de woningcorporatie.
We hebben takken besteld, € 200 voorgeschoten door Haag Wonen en plannen een ochtend om daarmee afrasteringen te maken. Iedereen is er, de kinderen ook, twee mannen komen naar beneden om poorten te vlechten. Een groepje gaat naar de Action en het tuincentrum om wat spullen te kopen, een bovenbuurman maakt een tuinslang vanaf zijn balkon. We lenen scheppen en harken en ploegen stukjes om. Er komen mensen kijken, vragen wat we doen, kinderen vragen of ze ook mee mogen doen.
De groep vindt een trampoline op marktplaats en rijden met de auto van een buurman naar Zoetermeer om hem op te halen. Vrijdagochtenden en zaterdagmiddagen zijn de vaste momenten waarop er heel veel mensen zijn en er groeien langzaam allemaal tuintjes, en lappendekentje van eigen plekjes. De trampoline wordt door grote kinderen gebruikt en er zit snel een gat in. Plantjes worden er ´s nachts soms uitgehaald. De groep richt zich tot ons om het op te lossen maar wij leggen het terug. We geven aan dat dat heel normaal is en vragen wat zij als beste oplossing zien. De trampoline wordt weer weggehaald, de plantjes teruggezet en als er een grote pompoen is gestolen wordt daar met een grap op gereageerd in de appgroep.
We komen aan de praat met een man, in overall. Hij woont al heel lang in de buurt, het is er fijn, zijn kinderen willen er ook blijven wonen. Ik vraag hem, Bert, wat hij doet. Hij is lasser, kan alles lassen, RVS, aluminium. Ik vraag hem of hij een trappetje zou kunnen lassen voor Maria. ¨Zeg maar wanneer, ik heb nog wel wat stukjes ijzer liggen.¨ Met Guus bespreken we het risico dat hij ontslagen wordt als er een gat in het balkon wordt gesneden, hij stemt intern af en krijgt dekking, eerst doen en dan sorry zeggen. In de tijdelijkheid kunnen dingen net iets anders worden aangepakt. We krijgen foto´s van Bert en Maria die aan het opmeten zijn, foto´s van sla en spinazie op een Marokkaanse pannenkoek, de eerste oogsten uit eigen tuin. We krijgen een kaartje van de kinderen om te bedanken.
Het officiële project tijdelijkheid gaat intussen ook door: met online overleg, afstemming, onderzoek, terugkoppeling, visie ontwikkeling en een rapport waarin staat dat het heel belangrijk is om onderzoek te doen naar tijdelijkheid, terug te koppelen, visie te ontwikkelen en daar een rapport over te schrijven.
Er is minder tijdelijke ruimte dan we dachten, maar er zijn ook geweldige mogelijkheden. De kern is dat je snelheid moet maken bij het benutten van tijdelijkheid anders is die alweer voorbij als je iets geregeld hebt. Je hebt budget nodig voor programmering en kwartiermakers die het begrijpen. Maar dan kan er veel, niet alleen kunnen er mooie plekken, nieuwe dynamieken en ruimtes ontstaan maar de bewoners kunnen elkaar vinden en samen invulling geven. Bert en Maria hebben samen het trappetje gelast. Op 15 juli 2022 werd de groenstrook officieel geopend met een feest, een feest van en voor de bewoners.
Twee maanden later krijgen we een mailtje van Guus: ¨dikke kans dat straks alle bewoners van beneden verdieping een trappetje krijgen! (dit was echt nooit gelukt, zonder in de tijdelijkheid te experimenteren!)¨.
We spreken hem hierover voor dit boek. Guus: ¨Iedereen wilde komen kijken naar de tuinen dus ik leidde groepen managers rond. Bij het trappetje vertelde ik het verhaal en hoorde toen ergens in de groep: ¨dat kan toch niet want we hebben nog helemaal geen beleid.¨ In de tijdelijkheid kunnen bepaalde dingen maar als je het structureel wil doen komt er echt wel het een ander bij kijken, dat vraagt gewoon veel meer. Mijn grootste inzicht uit het project is dat we eigenlijk best een negatief beeld hebben van bewoners. Dat komt misschien ook omdat we als corporatie relatief veel contact met bewoners hebben als er iets mis is. Maar er zit ook zo ontzettend veel energie en positiviteit, die je ervaart als je naar mensen toe gaat. Dat heb ik enorm ervaren en mijn beeld en werkwijze zijn echt anders nu. Er is veel meer vertrouwen als je maar het eerlijke verhaal vertelt. Er ontstond op een gegeven moment een ruzietje in de appgroep en mijn eerste reflex was om in te springen maar ik liet het even gebeuren. Twee dagen later hadden ze het zelf opgelost. Voor bewoners was het niet gewoon dat ze bij een woningcorporatie zelf konden beslissen over hun leefomgeving maar voor mij ook niet. Ik heb twee tips: onderschat bewoners niet, ga er blanco in en kijk waar interesses en behoeftes liggen. En ook: maak het positief en leuk, mensen bellen alleen als ze iets te klagen hebben, als je er toe gaat blijken er leuke mensen te zijn, dat maakt het werk nog zoveel leuker.¨
Luister naar het gesprek met Maria:
https://m.soundcloud.com/user-783959409/maria-def-def