Bericht

Brief II ‘Overheid, kan ik je helpen?….’

Geplaatst op 2 juli 2023, 07:52 uur
Illustration

Deze week was ik onderdeel van een bijeenkomst  in Den Haag waar 20 mensen met hoge functies bij Ministeries, Onderwijs, Bedrijfsleven, 2e Kamerleden en burgers (waaronder ik) twee uur lang in gesprek met elkaar gingen over de ´Sturings Filosofie van de overheid´. Een mooi en inspirerend gesprek met mooie persoonlijkheden over waarden, menselijkheid en wat er nodig is om tot verandering te komen binnen de te groot geworden systemen. Zodat de overheid weer meer aansluiting krijgt met de samenleving. Een onderwerp dat aan de orde van de dag is. Volgens een tafelgenoot is er niet één ambtenaar meer die vindt dat het goed gaat met de overheid….

Tijdens dit gesprek ervoer en besefte ik mij weer hoe hopeloos en onmachtig al die duizenden ambtenaren en politici zich soms moeten voelen. Hoe vast het systeem zich heeft gedraaid met al haar ontelbare regels, formulieren, domeinen, programma’s, processen, protocollen, strategieën, beleid, onderzoeken. Om dit systeem te benoemen en te beschrijven zijn al zoveel woorden nodig dat het je duizelt.

En omdat ik vele ambtenaren in Nederland ken, in alle mogelijke posities en functies, weet ik ook dat zij bijna altijd met de beste intenties aan het ambtenarenschap zijn begonnen, het heel vaak geweldig sympathieke, sociale en betrokken wereldverbetaars zijn.

Toen ik aan het Stadmaken begon 15 jaar geleden was er lang niet zoveel hopeloosheid en murwheid onder ambtenaren als nu. Niet dat alles altijd soepel ging in de samenwerking, maar de attitude was anders. Er was meer vertrouwen, er werden meer uitzondering gemaakt, er was meer ruimte, er waren ambtenaren en wethouders met heldere visies en uitgesproken ideeën. Ze zijn er nu ook nog, maar steeds minder lijkt het…

En dat is ook heel begrijpelijk als je in de grimmige arena staat, waarin men elkaar continu aanvalt en afvalt. Waar de samenleving boos op je is en je niets goed meer kan doen. Met als gevolg dat controle, grip, angst de cultuur is geworden.

Bernt Schneiders, voormalig burgemeester en nu directeur van het VSBfonds zei tijdens het interview dat wij met hem hadden deze week: “We zouden een resetknop moeten hebben en het systeem opnieuw moeten ontwerpen. Waarbij als vanzelfsprekend de samenleving weer onderdeel is van het nieuwe ontwerp.”

Ik geloof dit zelf ook. We moeten weer terug naar een ontwerp waar dat wat er was, is en altijd zal zijn weer de basis wordt. Namelijk de mens die onderdeel is van een gemeenschap. Want dat is onze natuur en maakt ons het meest gelukkig. Waarin we kunnen bijdragen in plaats van onttrekken aan de medemens en leefomgeving. Waar je als mens verschil kan maken, gezien, gehoord en erkend wordt. Het zijn de fundamentele waarden die wij vaak vergeten zijn, maar allemaal in ons dragen. 

Als je goed kijkt is er in de leefwereld van gemeenschappen niet zoveel veranderd. Ik bedoel daarmee dat overal altijd mensen al van betekenis zijn voor mensen in hun omgeving. Dat kan bij de voetbalclub zijn, een buurtmoestuin, buren die voor een buurvrouw de boodschappen doen, ouders die voor elkaars kinderen zorgen, creatieven die een broedplaats opzetten waar de hele buurt van geniet. Of zij nou ambtenaar zijn of niet. In de leefwereld zijn dit de natuurlijke drijfveren van de mens en ontstaan zo altijd al ‘menselijke systemen’.

Dus als er in de leefwereld van gemeenschappen niet zoveel veranderd is, mensen elkaar daar nog steeds weten te vinden, elkaar meestal begrijpen, in hun kracht komen, gelukkig zijn. Als de kleine collectieven die zich inzetten voor elkaar en hun leefomgeving nog steeds groeien en bloeien, moeten we dan niet de oplossingen voor de collectieven die te groot zijn geworden, zoals de overheid, in deze leefwereld zoeken? Liggen daar wellicht sleutels naar ook een weer meer menselijke overheid die tenslotte bestaat uit diezelfde mensen? En kan de leefwereld van gemeenschappen dan ook niet die te groot geworden systemen helpen in plaats van andersom?

Hoe kan de leefwereld van gemeenschappen een voorbeeld zijn voor de overheid? 

De leefwereld bestaat uit duizenden kleine lokale gemeenschappen, als regendruppels op een raam. Opgeteld bij elkaar is dit de grootste politieke partij, vakbond, kerk en daarmee beweging van ons land. Als je het naar de systeemwereld wil vertalen….

-         Binnen een kleine, lokale gemeenschap kun je als individu verschil maken, precies dat waar jij goed in bent en wat je drijfveer is, inzetten.

-         Maatschappelijke gemeenschappen in de leefwereld ontstaan meestal door initiatiefnemers die iets willen betekenen voor het maatschappelijk belang en niet vanuit het ego. Waardoor deze ‘leiders’ vaak ook een andere houding en drijfveer hebben. Zij sturen om de koers helder te hebben, maar laten ook los daar waar de gemeenschap het zelf kan.

-         Deze maatschappelijke initiatiefnemers moeten wel eerst echt luisteren naar de mensen in de gemeenschap en de omgeving anders krijgen zij direct tegenwerking, protest, soms zelfs letterlijk eieren tegen je ontmoetingsplaats aangegooid, zoals ik dat heb kunnen ervaren bij de Noorderparkkamer in Amsterdam Noord. En met dat we echt gaan luisteren word je je er (weer) meer van bewust dat er heel veel verschillende soorten mensen, met verschillende perspectieven en belangen zijn. Wat de mensheid zo mooi en tegelijkertijd ook complex maakt. Dit bewustzijn helpt daarmee ook om meer acceptatie te hebben bij het feit dat schuring en teleurstelling ook bij het leven hoort. Dat we geen ‘systeem’ hoeven of kunnen maken om dit op te lossen of te voorkomen. 

-         In een gemeenschap werken mensen vaak als vanzelf aan meerdere maatschappelijke opgaven en zijn er geen afdelingen, domeinen, (politieke) programma’s. Zo bleken wij in het Noorderpark aan 20 verschillende onderwerpen van de Gemeente Amsterdam te werken. Dat gebeurde ‘gewoon’ vanzelf. .

-         Negatieve, boze mensen zijn in de minderheid in een kleine gemeenschap en worden vaak gecorrigeerd door de meerderheid van positieve, constructieve mensen. De hele negatieven vallen dan meestal af (dit zijn er altijd nog heel veel minder dan die niet meer mee doen bij de overheid).

-         Kwetsbaren, mensen die minder snel uit zichzelf meedoen omdat hun dagelijkse zorgen te groot zijn, worden juist vaak in kleinere gemeenschappen wel betrokken en opgevangen. Het sociale hart van een gemeenschap is meestal groter dan van een individu, laat staan van een systeem. (In het Noorderpark zagen de nieuwe Noordelingen dat de oude Noordelingen elkaar hielpen, dit namen zij over omdat dit de cultuur was van de gemeenschap. Vervolgens pasten iedereen op elkaars kinderen, lieten elkaars hond uit of brachten elkaar naar het ziekenhuis. Oud of Nieuwe Noordeling, dat deed er niet meer toe). Natuurlijk vallen er altijd nog mensen buiten een gemeenschap maar ook hier geldt weer, altijd nog heel veel minder dan dat gebeurt in de systeemwereld.

-          Regels zijn nodig in een gemeenschap maar deze zijn vaak overzichtelijk, voor iedereen in de gemeenschap begrijpelijk en duidelijk, zelfs een houvast.

-         Maar ook geldt: hoe minder regels hoe meer ruimte en eigenaarschap. Dus in een gemeenschap is er een subtiele balans tussen wat werkelijk nodig is om vast te leggen met elkaar en genoeg ruimte voor creativiteit, ideeën, andere zienswijzen, innovatie van de mensen in de gemeenschappen zelf.

-          Met name deze creativiteit zorgt er ook voor dat een gemeenschap zich niet sluit en open blijft voor nieuwe en andere mensen

-         Gemeenschappen in de leefwereld ‘Doen’ vooral, en werken aan iets concreets met mensen. Aan projecten waar men meteen resultaat ziet, waarbij de deelnemers verschil kunnen maken, mensen samen iets creëren of organiseren waar ook hun medemens van kan genieten of aan kan deelnemen. In plaats van complex is het resultaat meestal juist eenvoudig en helder. Zij doen geen onderzoek, schrijven niet eerst programma’s of beleid over mensen. De mensen uit dat beleid, uit die programma’s doen het zelf.

-         Gemeenschappen in de leefwereld nemen meer risico, maar in de praktijk blijken er juist daarom minder gevaren te zijn. Omdat de gemeenschap zich verantwoordelijk voelt springt zij op tijd in als het mis dreigt te gaan of als het mis gaat draagt het collectief dit risico gezamenlijk.

Als we deze aspecten van de gemeenschappen uit de leefwereld naast de systeemwereld leggen dan zouden ambtenaren en politici al kunnen beginnen met vragen te stellen als:

Maken we het niet te groot?
Voelen mensen zich hier nog mee verbonden, kunnen ze nog bijdragen vanuit hun drijfveren?
Zijn onze leiders mensen die vanuit ego of maatschappelijk belang handelen?
Zijn we wel eerst echt aan het luisteren naar de mensen die het betreft en die wij betrokken willen hebben?
Werken we vanuit 1 domein met onze eigen afdeling, vanuit ons eigen programma of hebben we ook collega’s, bewoners, creatieven betrokken uit andere werelden? 
Welke regels zijn werkelijk nodig en welke kunnen we opruimen om meer eigenaarschap, ruimte, creativiteit te geven?
Is de ambtenaar zelf nog een mens en kan hij/zij bijdragen aan de ‘gemeenschap overheid’ vanuit zijn drijfveren? Voelt hij/zij zich nog gezien, gehoord, erkend?
Werken we aan een iets concreets, een tastbaar resultaat waar iedereen aan kan deelnemen en/of bijdragen of is het zo complex en onbegrijpelijk geworden dat we mensen uitsluiten?
Is het zoveelste onderzoek, programma nodig of kunnen we meteen met de mensen zelf aan de slag. Ons verbinden met de gemeenschappen die het al Doen in Nederland?
Hoe kan de leefwereld van gemeenschappen de overheid helpen?

-         Als we concluderen dat de systeemwereld momenteel een groter probleem heeft dan de gemeenschappen in de leefwereld?. Dan kunnen we het denken omdraaien: niet de overheid die de bewoner helpt maar de bewonersbeweging die overheid helpt. En omdat het lijkt dat het probleem in de vicieuze cirkel zit: overheid is de samenleving gaan helpen met alles op de schouders te nemen- is zo groot geworden dat het de samenleving eerder tegenwerkt, afstoot dan helpt- dit maakt de samenleving boos – systeemwereld schiet in controle, grip, nog meer regels, nog meer op de schouders nemen – leefwereld nog bozer en teleurgesteld – kloof nog grotere, minder samenwerking en meer afstand…

-        Moeten we dan als burgers niet beginnen met minder boos te zijn op de burgers in de systeemwereld? . In plaats van tegen ze te trappen, ze een handreiking doen? De ambtenaren en politici helpen bij de angst te verminderen om het niet goed te doen, af te worden gestraft, veroordeeld te worden op de dingen waar ze vaak ook onmachtig in zijn omdat het systeem groter is geworden dan zij zelf? 

-         Door de ambtenaren weer als mens te zien. Waardoor de mensen in de systeemwereld ook meer grip en controle kunnen loslaten, zich niet langer hoeven en kunnen ‘verschuilen’ achter het systeem. Waardoor ook de burgers van de overheid weer de burgers van de leefwereld meer ruimte en vertrouwen gaan geven?  Dat we weer een samenleving worden van burgers die allemaal bijdragen aan een betere wereld binnen ieders vermogen en talenten. 

Ruben Maes, oprichter van bureau @Maes zei het deze week zo mooi: Vervreemding is verhouding zonder verbinding. 

-  Het is ook hoog tijd dat de regendruppels op het raam van maatschappelijke gemeenschappen zich nog meer gaan verbinden, zichtbaarder worden, een andere mentaliteit aannemen vol zelfvertrouwen, minder boos, minder onderdanig, minder vragend, minder verantwoordend, minder afhankelijk, minder verdedigend…

Dat verbinden en in kracht winnen is ook al volop gaande: De gemeenschappen in de leefwereld zijn zich aan het klaarmaken om de complexe vraagstukken gezamenlijk op te lossen met de overheid. En dat is ook nodig want, met dat wij aan de overheid vragen: ‘hoe kunnen wij helpen?’, moeten we ook een alternatief kunnen bieden. Ons verbinden in een BewonersBeweging waar we allemaal als burgers klaar staan om de burgers bij de overheid met open armen te ontvangen en ze mee te laten zwermen in de zwermen van netwerken van netwerken waar wij al jaren aan bouwen met de StadmakersCoöperatie, Nederland Zorgt voor Elkaar, Maex, LSA, LVKK, VSB Fonds, Doen, Oranje Fonds en vele anderen en samen met het toekomstige WeDoenhetSamen Collectief.

Tenslotte: zou het daarnaast niet mogelijk zijn om ook de overheid weer op te delen in kleinere gemeenschappen (waarbij alles wat goed en wel werkt van het te groot geworden systeem behouden blijft?) Dat we weer meer een natuurlijk organisme worden, een samenleving van burgers. Kleinere, organische zwermen vormen, zoals mierennesten, spreeuwen, sterrenstelsels, schimmels etc. die met elkaar verbonden zijn door de techniek bijvoorbeeld. Waarbij burgers (ambtenaar of niet)  weer onderdeel zijn van kleinere collectieven en precies dat kunnen doen en bijdragen waar hij/zij voor op de wereld is. Zo zou de overheid weer onderdeel worden van dat wat er was, is en altijd zal zijn. Samen met de BewonersBeweging weer onderdeel worden van een Wereld van Gemeenschappen…

Over deze Wereld van Gemeenschappen kun je straks alles lezen in het boek dat Teun Gautier en Floor Ziegler schrijven en dat in het voorjaar 2024 wordt uitgegeven door Lemniscaat.